Konikpaarden zijn zeer sociale dieren. Een populatie bestaat uit verschillende groepen met eigen kenmerken. Eén van die groepen vormt de harem en bestaat uit 1 hengst en verschillende merries. Nieuwgeborenen worden verstoten wanneer ze geslachtsrijp zijn zodat de kans op inteelt wordt beperkt. Ze vormen een eigen pubergroep. Wanneer de merries tweemaal geworpen hebben, keren ze meestal terug naar de harem. De hengsten blijven langer bij elkaar en oefenen voor het leiderschap met driftige gevechten. Later zullen ze trachten een kudde over te nemen.
De dieren staan bekend om hun hardheid, sterke gezondheid en hoge zelfredzaamheid. Toch zijn ze zeer gewillig en hebben ze een vriendelijk karakter. Hierdoor werden ze in het verleden als rijpaard en als licht trekpaard gebruikt. Recent worden ze steeds vaker ingezet in het natuurbeheer.
Door hun graasgedrag bepalen zij mee de variatie in het landschap. Konikpaarden zijn graseters maar herkauwen niet. Zij zoeken de meest voedselrijke delen op en geven de voorkeur aan korte, jonge grassprieten waarin het eiwitgehalte vrij hoog is. Ook waterplanten staan op hun menu. Vaak eten ze wat runderen half opgevreten hebben. Het resultaat is dan ook meestal een zeer kortgeschoren terrein. In de winter verorberen ze ook andere planten en komen ze aan bomen en droge rietstengels. Af en toe worden ook wortels uitgegraven.
Koniks in de Ooijpolder
Koniks in de Wetland Passewaay helaas zijn de Koniks die hier liepen, door staatsbosbeheer vervangen door gewone ponny´s en zijn deze prachtige dieren hier nu dus niet meer te bewonderen.