Naast de landbouw kwam in de 19e eeuw de leerlooierij op gang. Leerlooien werd destijds nog als nevenactiviteit uitgeoefend op de boerderij. De officiële ingebruikname van de spoorlijn Breda-Tilburg op 1 oktober 1863 betekende vooral een mogelijkheid tot verdere uitbreiding van de industrie. De spoorlijn garandeerde immers de aanvoer van grondstoffen. Daarnaast maakte de toepassing van snelwerkende extracten (waardoor het looiproces aanzienlijk kon worden verkort) het gebruik van machines in de 19e eeuw mogelijk. Er ontstonden leerfabrieken. De leerlooierij vormde weer de basis voor de schoenindustrie. Sinds het begin van deze eeuw werd de productie van schoenen geconcentreerd in een aantal grote of kleine fabrieken. Voor die tijd werden de schoenen handmatig door thuiswerkers in elkaar gezet. In 2000 sloot Koninklijke Verenigde Leder (KVL) in Oisterwijk, de grootste leerlooier van Europa, haar deuren. Een uitgebreid gebouwencomplex op een terrein van 8 ha groot, dicht bij het centrum van Oisterwijk, kwam leeg te staan. Veel Oisterwijkers werkten bij KVL en daarmee is het terrein verankerd in de Oisterwijkse samenleving. Het terrein ademt nog een bijzondere sfeer. De nog bestaande gebouwen van de KVL zijn gebouwd vanaf het begin van de 20e eeuw en staan nu op de monumentenlijst.