Marrakech, Perle du Sud! Bezocht in februari 2010, een tijd waarin de temperatuur daar zeer aangenaam was, rond de 22-24 graden. Helaas waren we er te kort om ook de woestijn in te gaan. Marrakech een stad waar schrijvers, dichters en kunstenaars geïnspireerd raakten. Kunstenaar Matisse werd gegrepen ddoor de architectuur en de levendige kleuren van de stad, Orson Welles gebruikte Essaouira als achtergrond voor Othello, Winston Churchill kwam vaak in hotel La Mamounia en de franse kunstenaar Jaques Majorelle heeft er de beroemde Jardin Majorelle gesticht. Hij maakte aquarellen, zijn vader was meubelmaker, en samen ontwikkelden ze deze botanische tuin, waarin de toen revolutionaire kleur blauw werd gebruikt. Marrakesh is een stad in het westen van Marokko en de hoofdstad van de gelijknamige provincie. Marrakesh heeft 823.154 inwoners. De stad is een van de vier koningssteden van Marokko, samen met Fez, Meknes en Rabat. De stad is gelegen op de vruchtbare Haouzvlakte, aan de voet van de Hoge Atlas.
Marrakesh is in 1062 gesticht door Yusuf ibn Tashfin en het was de hoofdstad van het rijk van de Almoraviden. In de twaalfde eeuw was het de hoofdstad van de Almohaden. De stad was een belangrijke handelsstad voor de karavaanroutes in de Sahara. De stad kwam tot ontwikkeling op de kruising van een oude karavaanroute vanuit Timboektoe aan de andere kant van de Sahara. De karavanen vervoerden goud, zout en zelfs slaven. Na de Franse bezetting in 1913 werd het moderne gedeelte van de stad gebouwd.
De historische kern van de stad (de Medina) is door UNESCO in 1985 tot Werelderfgoed verklaard. Het centrale plein van de stad, Djemaa el Fna, is erg populair bij toeristen, evenals de ernaast gelegen souk ("bazar") met zijn pittoreske steegjes en kraampjes met allerlei handelswaren. Beiden hebben een voor de beleving van Europeanen exotische sfeer. Overdag zijn er op het plein, waar vroeger executies plaatsvonden (vandaar de naam, die betekent "Plein des Doods") veel straatartiesten, waaronder ook slangenbezweerders, en 's avonds staan er tientallen eetkraampjes. Verder bevindt zich de bekende Ben Youssef medersa, een zgn. koranschool, in deze stad.
Marrakech is een stad die je betovert, een wir war aan straatjes en steegjes, waar je gegarandeerd de weg kwijt raakt en je heerlijk kun ronddwalen. Een nadeel is dat de bevolking behoorlijk opdringerig kan overkomen in het je de weg wijzen en daar ook altijd geld voor wil zien, maar als je ze vriendelijk maar beslist negeert wanneer je geen gebruik wilt maken van hun diensten, hoeft dit geen probleem te zijn. De mensen zijn er niet op gesteld om gefotografeerd te worden, met name de 'artiesten' op het Djemaa el Fna staan meteen klaar om geld te innen als je toch een poging waagt.
Stadsmuren en stadspoorten: De opvallende roze omwalling van de Medina scheidt de oude stad van de nieuwe. De bouw van de 19 km lange verdedigingsmuur was een behoorlijke prestatie en de kleur ervan heeft de stad de bijnaam "Roze Stad" gegeven. Op onderstaande foto 8 zie je de poort genaamd Bab Agnaou. Deze poort vormt de toegang tot de Kasbah. Gebouwd in de 12de eeuw door de Almohaden, wat betekent: Poort van de gnawa, en wat getuigd van de dwangarbeid van de slaven die hem bouwden. De poort is fraai bewerkt met bloemmotieven, bogen en inscripties uit de Koran, waarmee de zegen wordt uitgesproken over iedereen die de tekst leest en naar binnen gaat.
Koutoubiamoskee: De koutoubiamoskee rijst hoog boven het Djemaa el Fnaplein uit. Deze moskee vormt het hart van het religieuze en geografische centrum van de stad. De hoge, vierhoekige minaret is vijf maal zo hoog als breed. De moskee is vernoemd naar de boekverkopers (koutoubia) die al in de 7de eeuw religieuze manuscripten verkochten in de marktkramen in de buurt.
Soeks: In het nauwe, duistere netwerk van straten en steegjes vind je een netwerk van straatbazars, soeks, de levensaders van de stad. Slenterend door deze steegjes, waar ezelkarren en brommers voor opstoppingen zorgen, kun je in honderd meter wel honderd kraampjes passeren. De Noord-Zuidader van rue Souk Semarine die iets ten noorden van het Djemaa el Fna begint, is een soort van doorgaande straat. In alle richtingen strekken de groepen winkeltjes zich uit, elk met een eigen geschiedenis en specialisme. Zo heb je de stoffen- en kledingmarkt, de kruidenmarkt, de timmer- en smeden kramen, de lederwarenhoek en de Souk des Teintures (ververshoek) waar felgekleurde, pasgeverfde strengen wol en lappen stof te drogen hangen. Van oudsher worden kleurstoffen als saffraan en kurkuma gebruikt.
Djemaa el Fna: Ook bekend als "La Place", altijd vol mensen. Slangenbezweerdders, waterverkopers, dansers, verhalenvertellers, muzikanten en acrobaten bevolken het plein. Het plein is autovrij maar ezels, brommers en galeches kom je wel tegen. Het plein is het kloppend hart van de stad, er is op elk moment van de dag wel wat te beleven. Tegen de avond verandert het aanzien. De avondmarkt begint en overal zie je rokende vuren ontstaan van de talloze eettentjes waar jongens en mannen je in hun kraam te laten plaatsnemen voor een goedkope maaltijd. Keus te over en lekker. Het beste uitzicht heb je op een van de vele dakterrassen rondom het plein.
De leerlooierijen: Ook wel Tanneries genoemd. Hier werken gespecialiseerde ambachtslieden, letterlijk aan de rand van de maatschappij. Het beroep is sinds de middeleeuwen van generatie op generatie overgegaan en geniet een internationale vermaardheid. De leerlooierijen liggen aan de rand van de Medina, niet alleen vanwege de stank, maar ook omdat hier makkelijk water uit de rivier de Oued Issil gehaald kan worden die hier onder de leerlooierspoort doorstroomt. Hier worden huiden van koeien, geiten, schapen en kamelen van resterend haar en vlees ontdaan. Ze worden vervolgens in kuipen met water en bloed gelegd, waardoor ze steviger worden. Vervolgens worden ze in dierlijke urine en duivendrek gedompeld om ze zachter te maken. Daarna krijgen ze een kleurtje in de vele betonnen vaten. Daar worden vaak natuurlijke kleurstoffen als saffraan, indigo en papaver voor gebruikt, naast diverse soorten bast en bessen. De arbeiders staan hier veelvuldig tot hun middel in de vloeistoffen. De arbeidsomstandigheden zijn vaak aboninabel. De leerlooierijen zijn een ramp voor het milieu omdat er enorm veel water wordt verbruikt en er in de openlucht giftige chemicaliën gemengd worden.