In 1917 stond er al een zend-/ontvangstation op de hoogvlakte Malabar nabij Bandung op Java, voor contact met het moederland. Er moest ook nog een tegenhanger in Nederland worden gebouwd. Na bestudering van verschillende locaties viel de keuze op een stuk Veluwe, een dunbevolkte landstreek. Er werd een grote antenne gebouwd, bestaande uit koperen kabels, die met elkaar verbonden waren en rustten op 200m hoge masten. In het hart van het systeem werd een radiostation gebouwd, een gebouw van gewapend beton, ontworpen door de Amsterdamse architect Julius Luthman (1890-1973). Deze dacht bij het ontwerp aan een Egyptische sfinx. Evenwel had het gebouw ook een gelijkenis met een kerk, waardoor het naast "De Sfinx" later ook de bijnaam "De Kathedraal" meekreeg.
Het radiostation. Radio Kootwijk verzorgt in 1923 de eerste transoceanische telegraafverbinding met Nederlands-Indië. Dankzij de zender kan vanaf 1928 naar de kolonie gebeld worden. Op 5 mei 1923 gaat Radio Kootwijk officieel in dienst. Het zendstation gaat in 1925 over op de kortegolf en verzorgt vanaf 1929 een telefonische verbinding met de Nederlandse kolonie. Deze wordt officieel in gebruik genomen door koningin Emma. Na deze gebeurtenis, werden de woorden: "Hallo Bandoeng, hier Den Haag" legendarisch. Het Nederlandse publiek kon met Nederlands Indie bellen. Zo'n gesprek was een hele gebeurtenis. Men moest eroor naar een telegraafkantoor in een van de vier grootste steden van Nederland, en kon dan voor ruim 30 gulden, een vermogen in die tijd, een gesprek van drie minuten voeren.
Op het terrein staan behalve radiozendgebouwen ook de woningen van medewerkers, vandaar dat het een heus dorp wordt met de naam Radio Kootwijk. Vooral Gebouw A van het zendpark spreekt tot de verbeelding, met het uiterlijk van een kathedraal. Het pand wordt zelfs inspiratiebron voor de Radio Kootwijkse dichter Cees van der Pluijm.
In de Tweede Wereldoorlog gebruiken de Duitse bezetters het station voor militaire doeleinden. De Wehrmacht plaatste luchtafweergeschut op het gebouw en breidde de gebouwen onder andere uit met schuilkelders. Wanneer hun capitulatie ophanden is, blazen de Duitsers de grote zendmast (Lange Gerrit genoemd) op. Ook werd alle zendapperatuur vernield, en trachtten ze gebouw A te vernielen door er een mast op te laten vallen. Het betonnen gebouw liep echter geen schade op. Na de oorlog werd in de Sovjet bezettingszone, de gehele geroofde zendinstallatie teriuggevonden. Veertien wagons brachten in april 1947 het materieel terug.
In de loop van de eeuw verliest Radio Kootwijk zijn positie als belangrijkste radioverbindingpunt. Dit komt door nieuwe technische ontwikkelingen, zoals de komst van de satelliet. Het gebouw van Radio Kootwijk bestaat nog steeds en het terrein is in 2004 open gesteld voor het publiek.